God's Kingdom Ministries
Serious Bible Study

GKM

Donate

Hoofdstuk 4: Onder de wet en onder genade

Een van de meest verkeerd geïnterpreteerde verzen aller tijden kan gevonden worden in Rom. 6:14, 15, waar Paulus het volgende schrijft,

14 Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade. 15 Wat dan? Zullen wij zondigen omdat wij niet onder de wet maar onder de genade zijn? Volstrekt niet!

Dit wordt gezegd in de context van de verhandelingen van Paulus over wetteloze christenen. Blijkbaar waren er enkelingen die dachten dat “niet onder de wet” betekende dat zij nu een licentie tot zondigen hadden. Onthoudt dat Johannes zei dat “zonde de wetteloosheid is”. Paulus zelf had eerder in Rom. 3:20 gezegd dat “door de wet immers kennis van zonde is”. Toch pakken veel mensen Rom. 6:14 erbij en interpreteren dit om Jezus, Paulus en Johannes tegen te spreken, waarmee ze zeggen dat dit betekent dat de wet weggedaan is.

Paulus bedoeld dit helemaal niet. Hij gebruikte de terminologie die voor de mensen in zijn tijd bekend was, maar heden ten dage in de Westerse wereld totaal onbekend is. Laat mij dit uitleggen.

Als iemand €10.000,- steelt en vervolgens opgepakt wordt, dan moet de rechter volgens de Bijbelse wet hem de straf van dubbel terugbetalen opleggen. Vervolgens wordt de dief dan vanwege zijn zonde een schuldenaar. Als de dief de schuld aan het slachtoffer kan terugbetalen, dan wordt hij meteen vrijgelaten. Maar als dit niet het geval is, dan moet zijn bezit verkocht worden of als onderpand voor de schuld worden gebruikt. Als al zijn bezit niet genoeg is om de schuld te betalen, dan moet hij als slaaf verkocht worden om zo zijn schuld af te betalen.

De man wordt, naar gelang het duurt om de schuld af te betalen, als “onder de wet” beschouwd. Dit betekent dat de wet rechtsbevoegdheid over hem heeft, omdat de zonde van de man de wet de macht geeft om hem als slaaf te houden totdat de schuld is afbetaald. De man komt pas vrij wanneer de hele schuld is afbetaald – hij bevindt zich niet langer onder de wet, maar onder genade.

Vanuit Rom. 3:23 weten we dat “allen gezondigd hebben”. Zodoende is ook elk mens, vanuit het oogpunt van de wet, een schuldenaar. Het is de wet dat ons vanwege onze zonden in slavernij brengt. Maar wij hebben een Verlosser, Jezus Christus, die kwam en de volle prijs voor onze zonden betaalde. Nu onze schuld betaald is zijn wij vrij van de slavernij die de wet ons oplegde. Wij verblijven nu onder genade.

Betekent dit vervolgens dat wij nu te pas en te onpas kunnen zondigen? Zijn wij nu vrij om zondigen “opdat de genade toeneemt” (Rom. 6:1)? Genade is geen licentie om te zondigen. Zonde is wetteloosheid. De wet is niet weggedaan; de wet is gehandhaafd. Jezus had ons kunnen redden door Zijn wet weg te doen, want hiermee zal alle zonde legaal worden. Maar dit deed Hij niet. Hij handhaafde de wet en betaalde haar volledige prijs.

Paulus zegt in Rom. 3:31,

31 Doen wij dan door het geloof de wet teniet? Volstrekt niet, maar wij bevestigen de wet.

Het is onjuist om Rom. 6:14 tegenover Rom. 3:31 te plaatsen. Als het lijkt of het elkaar tegenspreekt dan komt dat omdat wij het geschrift van Paulus niet begrijpen. Het is onze hoop dat dit de lezer een beter begrip van Paulus’ geschriften zal geven, zodat wij hem niet als excuus zullen aandragen om de door Christus geschonken wet aan Mozes te overtreden.