God's Kingdom Ministries
Serious Bible Study

GKM

Donate

Hoofdstuk 12: Fundamenten opbouwen

Uit de volksvergadering kwamen twaalf mannen van geloof voort die klaar waren om Jozef te volgen en mee te werken aan de opbouw van het nieuwe Koninkrijk. Anderen uit de stad waren door elkaar geschud. De burgemeester en de oude man die de Gemeenteraad vertegenwoordigden waren ook door elkaar geschud. Ze waren angstig en boos, want het zag ernaar uit dat hun leiderschapspositie, hun reputatie en zelfs de stad zelf gevaar liepen om ten val te worden gebracht. Door wie? Door een Indiaanse stam op wiens land de stad gebouwd was!

Daarentegen stonden de twaalf op vaste grond, vastberaden om het nieuwe werk te beginnen. “Wat wilt u dat we doen?” vroegen ze aan Jozef.

Jozef keek hen één voor één aan en zei toen, “Hebben jullie families? Waar zijn jullie vrouwen?”

“Ja, we zijn allemaal getrouwd, behalve Juan, want die is nog jong.”

“Hebben jullie hen op de hoogte gehouden van de dingen die jullie gehoord hebben de afgelopen twee dagen?” vroeg Jozef.

Ze knikten allemaal hevig met hun hoofd. “Alles, behalve de boodschap van vandaag natuurlijk,” zei iemand. “Ze zullen ongetwijfeld de aardbeving hebben gevoeld,” voegde een ander eraan toe.

“Ga allemaal terug naar je familie,” zei Jozef tegen hen. “Betrek hen in de dingen die je vandaag hebt gehoord. Stel jullie vrouwen gerust en vertel hen dat het goed is dat er een aardbeving was en dat de berg geopend is. Het werk dat voor ons ligt verlangt van jullie dat jullie sterk zullen zijn. Voor jullie allemaal geldt dat het beter is om thuis te blijven en bij je familie te zijn wanneer je vrouw bang is, of als ze niet instemt met het werk dat je van plan bent om te gaan doen.”

“Laten we elkaar hier morgenochtend om negen uur ontmoeten. Wanneer jullie vrouwen ermee instemmen kunnen we met dit nieuwe werk beginnen.” We kunnen geen nieuw-verbondswerk doen zonder hen, want in deze aardse realiteit is een man incompleet zonder een vrouw. In de geestelijke wereld is er geen verschil tussen man en vrouw.” 164

“Hoe zit dat met mij?” vroeg Juan. “Ik ben nog vrijgezel.”

“Jij bent nog jong. Er is nog tijd om de ware liefde te vinden. En zelfs wanneer je alleen zou blijven zijn er andere manieren om hiermee om te gaan. Want uiteindelijk zijn alle relaties gebaseerd op het huwelijksprincipe van de dubbele getuige. Maak je daar geen zorgen over.”

“En hoe zit dat met mij? Ik ben Maggie.” Een nieuwe stem onderbrak het gesprek. Het was een jonge, maar volwassen vrouw en terwijl ze naar voren stapte voegde ze eraan toe: “Ik wil u ook volgen, maar ik ben een vrouw en ook vrijgezel.”

“Als je geloof hebt en als de Schepper het in je hart heeft gelegd om deel uit te maken van dit werk, dan ben je welkom,” zei Jozef tegen haar. “Jij hebt gaven en roepingen van de Schepper die uniek zijn voor jou alleen. En we hebben de hele verscheidenheid aan gaven nodig om volledig effectief te zijn in dit werk.”

Jozef instrueerde de groep als een geheel. “In het begin werd Aardmens zowel mannelijk als vrouwelijk geschapen. 165 Hij werd geschapen naar het beeld van de Schepper, die, zonder iets te ontbreken, alle kwaliteiten en sterke punten bezat die uniek zijn voor mannen en voor vrouwen. Later vond de Schepper het echter raadzaam om Aardmens te scheiden in man en vrouw. 166 Door zo het huwelijk in te stellen liet hij hen zien hoe ze een eenheid konden vormen in volledige harmonie. 167 Hiermee liet Hij het belang zien van de wet van de dubbele getuige bij het bouwen aan Zijn Koninkrijk.”

Hij ging verder. “Pas nadat zij gezondigd hadden kreeg de vrouw de opdracht om gehoorzaam te zijn aan haar man. 168 De Schepper begreep dat de aanwezigheid van zonde en imperfectie ervoor zouden zorgen dat mannen en vrouwen het oneens zouden worden. Want in de loop van de tijd zou hun geestelijke onderscheidingsvermogen afnemen en de opstandigheid toenemen. Om deze reden werd er gehoorzaamheid aan gezag bevolen. Toch is de ideale huwelijksrelatie altijd geworteld in eenstemmigheid in plaats van in gehoorzaamheid. Want waar harmonie heerst, daar is geen autoriteit meer nodig, omdat niemand de ander meer hoeft te bevelen.”

“Dit is ook te zien in de natuur van de Schepper,” legde Joshua uit. “De profeten noemen de Schepper bij verschillende namen. Soms gebruiken ze een mannelijke en soms een vrouwelijke naam. De Schepper is zowel Jahweh als El Shaddai, man en vrouw, 169 afwisselend een almachtige Vader en een Moederlijke Voedster en Verzorgster van de behoeften van Haar kinderen. Toen de Schepper de eerste vrouw van de eerste man scheidde, werden aan ieder van hen verschillende kwaliteiten gegeven. De man kreeg de oren van Jahweh en aan de vrouw werden de oren van El Shaddai gegeven. Zolang ze beiden de stem van de Schepper verstonden waren ze in harmonie met elkaar.”

“Zulke dingen hebben wij in het verleden nog nooit gehoord van onze leraren,” antwoordden ze.

“Een nieuwe dag ligt voor ons,” zei Joshua. “In het verleden zagen de mensen gehoorzaamheid als het hoogste goed. De mensheid was jong en moest eerst leren wat gehoorzaamheid is. Maar tegenwoordig zijn we voorbereidingen aan het treffen voor de bouw van een groter Koninkrijk; een die gebaseerd is op het nieuwe verbond. Ons succes hangt nu af van iets wat verder gaat dan gehoorzaamheid, namelijk het komen in een staat van overeenstemming. Alle voorgaande koninkrijken waren gebaseerd op het principe van het eerste verbond, wat neerkomt op het disciplineren van het vlees om het gehoorzaam te maken. Ons Koninkrijk is veel groter.”

“Ga nu naar huis,” eindigde Joshua. “Praat van hart tot hart met jullie vrouwen. Als ze er niet mee instemmen, dan zullen we gehinderd worden in dit werk. Er is altijd iets dat gedaan kan worden wanneer echtgenoten het niet met elkaar eens zijn. Maar gelijkstemmigheid ruimt alle hindernissen uit de weg, behalve de beperkingen die de Schepper zelf oplegt. Kom morgen terug als je dat wilt, dan zullen we de volgende stap nemen.”

Terwijl de kleine groep opbrak en ieder op weg ging naar zijn eigen huis, sprak Joseph met Joshua en mij. “Ik moet overleggen met mijn stamhoofd en hem informeren over de gebeurtenissen van vandaag, want ik verwacht dat sommigen zullen denken dat ik een opstand aan het leiden ben. We moeten ons eigen advies zelf ook ter harte nemen en overleggen met onze vrouwen. We treffen elkaar hier morgen weer.”

Jozef draaide zich om en liep in de richting van het dorp van zijn stam, hoog in de vallei. Joshua zei ook gedag en liep in de tegenovergestelde richting.

Wat mijzelf betreft; aangezien het zomer was hoefde ik geen lessen te geven op de Universiteit, en ik had een ontspannende week gepland om te genieten van vissen en wandelen in de bergen. Mijn vrouw was niet met me meegegaan naar de herberg, want ook al vindt ze het heerlijk als ik vis mee naar huis neem, houdt ze niet van vissen. Voor mij is het echter een mogelijkheid om in een ontspannen omgeving met de Schepper te communiceren, zelfs als de vissen niet bijten.

Maar nu hadden de gebeurtenissen nogal een andere loop genomen. Het leek erop dat de Schepper me onder valse voorwendselen naar de berg had gelokt. Ik was onverwachts geroepen om een visser van mensen te worden. 170 Niet met een hengel en een vismolen, maar met sterke netten van waarheden, verweven met liefde. Er was de laatste dagen zoveel gebeurd dat ik had nagelaten mijn vrouw op de hoogte te houden van al deze nieuwe ontwikkelingen.

Ik kwam bij mijn truck en keerde terug naar de herberg, ging door naar mijn kamer en genoot van een lang telefoongesprek met mijn vrouw. Ze was opgewonden dat de tijd om het Koninkrijk op te bouwen aangebroken was. “Ja, natuurlijk wil ik komen. Ik zal morgenochtend vertrekken en zie je morgenavond,” zei ze enthousiast.

Na dit geregeld te hebben waren er nog vele uren over van deze dag. Dus ik besloot om de berg op te gaan en de reusachtige barst te onderzoeken die was opengescheurd tijdens de aardbeving. Ik wandelde daar alleen en kreeg het idee dat de mensen te bang waren om de berg te vertrouwen. Ze waren eerder ook wantrouwend geweest naar de berg, maar na de aardbeving van vandaag had de angst toegeslagen in hun harten.

Terwijl ik over het slingerende pad omhoog wandelde leek het bos wel te leven. De takken wuifden in volle harmonie met de zachte bries die door de bomen waaide. Kleurrijke vogels zongen een lied terwijl ze op zoek waren naar voedsel. Enthousiaste bijen gonsden door de lucht met een vreugdevol gezoem. De eekhoorns speelden en zaten elkaar achterna in de eiken. De natuur vreesde de berg niet en in feite leken alle levende wezens de grote, gloeiende barst, op te vatten als een aankondiging van een glorieus jubeljaar.

Het kostte me ongeveer twee uur om de buitenste rand van de grote gespleten rots te bereiken. Terwijl ik dichterbij kwam hoorde ik het geluid van stromend water en toen ik naar binnen keek zag ik dat er een meer ontstond in de diepten van de berg. Het waterniveau was langzaam aan het stijgen terwijl het wervelde en gorgelde. Als dit zo door zou gaan, dacht ik, dan zou het niet lang duren voordat het water uit de barst zou lopen en langs de bergwand naar beneden stromen, om zich onder in de vallei bij de natuurlijke rivier te voegen.

“Anava,” riep de diepe Stem vanuit de barst.

“Hier ben ik,” antwoordde ik.

“Ik heb je geroepen om vrucht te dragen en om deel te zijn van een omvangrijk werk. Kun je nog instemmen met wat Ik aan het doen ben?”

“Ja, mijn Koning,” zei ik.

“Ik doe niets zonder dat ik eerst Mijn plan onthul aan Mijn dienaren en profeten op aarde. 171 Weet je waarom?” vroeg Hij.

“Nee, Heer,” antwoordde ik.

“Ik openbaar Mijn plan om een dubbele getuige op aarde te vinden. Hoewel ik de macht heb om alles door Mijzelf te doen, is het Mijn natuur om alle dingen te doen door middel van een dubbele getuige. Mijn dienaren en profeten zijn zij die Mijn stem horen en in staat zijn om Mijn woorden op aarde te spreken. Wanneer iemand op aarde getuigt van Mijn woord in de hemel, dan staat het vast. In elke eeuw heb ik Amen-mensen op doen staan die één met Mij zijn. Wanneer zij instemmen met Mijn woord en Mijn stem op aarde vertolken, dan wordt Mijn Koninkrijk gebouwd.”

“Verkondig Mijn jubeljaar,” vervolgde Hij. “Getuig van de wil van de hemel, en breng deze op aarde.”

Ik draaide mij om naar de vallei beneden, en riep zo hard als ik kon: “Hoor, o aarde, het is het jubeljaar van de Schepper! Hij heeft gesproken en ik zeg Amen!”

“Dit woord,” zei de Stem, “zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren, noch zal het falen. Maar het zal zeker volbrengen wat Ik gesproken heb en wat jij hebt ondersteund. 172 Ik heb vele anderen geroepen om dit te doen, maar zij waren het oneens met Mijn woord. Ik heb echter een natuurlijke overvloedigheid geschapen in elk aspect van de schepping en zo is het ook met ieder woord en met elk decreet dat uit de hemel gesproken wordt. Elk woord dat Ik spreek gaat uit naar meer dan één persoon en wanneer de vastgestelde tijd gekomen is zal tenminste één persoon het doorgeven op aarde.”

“Ga nu en zet het werk voort,” zei de Stem tot besluit. “Roep discipelen en train hen om apostelen te zijn. Laat iedereen doen naar zijn of haar roeping, want ieder heeft een woord van geloof. En wanneer zij dat innerlijke woord werkelijk kennen, en weten wie ze zijn, dan zullen ze er Amen op kunnen zeggen.”

Ik wist dat het gesprek ten einde was, en met tegenzin draaide ik me om en wandelde via het pad terug naar de herberg. Tegelijk wist ik dat hier iets belangrijks was gebeurd. Want elk woord dat in overeenstemming met de Schepper wordt gesproken, is een essentieel onderdeel van de nieuwe schepping, omdat het door geloof gebouwd is door ware en getrouwe getuigen.


Voetnoten

  1. - Galaten 3:28 (Gal 3:28).
  2. - Genesis 1:27 (Gen 1:27).
  3. - Genesis 2:21-23 (Gen 2:21-23).
  4. - Genesis 2:24 (Gen 2:24).
  5. - Genesis 3:16 (Gen 3:16).
  6. - Exodus 6:2, 3, hier staat letterlijk, “Ik ben Jahweh. Ik ben aan Abraham … verschenen als El Shaddai, maar met mijn naam Jahweh ben ik niet bekend geweest bij hen.”
  7. - Mattheüs 4:19 (Mat 4:19).
  8. - Amos 3:7.
  9. - Jesaja 55:11 (Isa 55:11).