God's Kingdom Ministries
Serious Bible Study

GKM

Donate

Hoofdstuk 21: Het Bezoek

In de ochtend reed Jozef met Sipporah en mij naar Newkirk. We kwamen midden op de ochtend aan zoals het Stamhoofd ons had geïnstrueerd. Nadat we de truck hadden geparkeerd liepen we naar het Stadhuis in het centrum van de stad. Toen we langs één van de huizen liepen die langs de straat stonden, opende er een deur en Paul riep ons met een luide fluisterstem.

“Anava! Iedereen! Hierbinnen!”

We stopten en keken opzij en Paul wenkte ons om snel binnen te komen. We stapten het huis binnen en Paul sloot de deur snel achter ons. “Ze zijn van plan je te arresteren zodra je aankomt. De rechtbank is al voorbereid om je direct te kunnen verhoren en ze hebben de bedoeling om je snel en stil te veroordelen voordat je hen dwars kunt gaan liggen.”

“We weten dat ze van plan zijn ons vals te beschuldigen,” antwoordde ik, “dit begrepen we van de duif afgelopen nacht, dus deze openbaring is nu bevestigd. Wat is je plan?”

“Omdat het hun bedoeling is om een geheime rechtszitting te houden,” zei Paul, “stel ik voor dat we er een heel openbare rechtszitting van maken.”

“Perfect,” zei Jozef met een lach. “Hoe zullen we dat doen?”

“Iemand zou de bel op het Stadsplein kunnen luiden?” opperde ik.

“Ja, dat zou de mensen bijeenbrengen,” zei Paul, terwijl hij knikte. “Maar om dat te laten lukken, zullen we eerst moeten toestaan dat ze je oppakken en naar de rechtbank brengen voor een verhoor. Als we de mensen te snel bijeenroepen, dan zullen ze simpelweg het plan staken. Ze moeten betrapt worden op het uitvoeren van een illegaal, geheim verhoor, want alleen dan kunnen hun plannen worden blootgelegd. Wanneer de rechtszitting is begonnen kunnen we een menigte mensen meebrengen en hun voornemen tot geheimhouding ruïneren.”

“En verder?” vroeg ik. “Hoe kunnen we onszelf verdedigen?”

“Wees niet bezorgd over wat je zult zeggen,” antwoordde Paul. 229 “Zeg gewoon datgene wat je op dat moment ingegeven wordt. Vergeet niet dat jij het niet bent die spreekt, maar het nieuw geschapen mens in jou. We weten niet precies de aard van hun beschuldigingen, dus het heeft geen zin om ons voor te bereiden hierop. We weten hoe dan ook dat de waarheid in ons is en dat de waarheid ons vrij zal zetten.” 230

“Ik zal de bel luiden en de mensen bijeen verzamelen nadat je gearresteerd bent,” voegde Paul toe. “De mensen kennen mij en ze zullen komen. Ik twijfel er niet over dat het nieuws over de gebeurtenissen in Cosmos gisteren al door de stad zijn verspreid en dus komen ze, al is uit nieuwsgierigheid.”

“Dan staat het plan vast,” constateerde Jozef. “Laten we onze aanklagers tegemoet gaan in geloof en zonder angst.”

“Ik ga met je mee,” zei ik tegen hem.

“Ik ook,” zei Sipporah.

“Misschien is het beter als jij achterblijft met Paul,” stelde ik voor. “Hij heeft misschien hulp nodig en ik zie niet in waarom je jezelf in gevaar zou stellen.”

“Daar ben ik het mee eens,” zei Jozef. “Jij komt niet hier vandaan en weinigen zouden jou herkennen. Jij kunt je vrijuit in de menigte heen en weer bewegen zonder wantrouwen te wekken.”

“Oke, ik geloof dat je gelijk hebt. Maar ik hou altijd van een goed avontuur!” zei ze met tegenzin.

“Ik twijfel er niet over dat jij jouw avontuur zult krijgen,” zei ik tegen haar, “maar een ieder van ons speelt zijn eigen rol in deze orkaan. Hier, neem mijn staf.”

En daarmee stapten Jozef en ik terug de straat op en vervolgden onze weg naar het centrum van de stad. We waren nog niet ver toen een auto met officiële markeringen naast ons stopte en twee mannen uitstapten. “Kom met ons mee. Je staat onder arrest!” Zei één van hen met een bevelende stem. “Stap in de auto!”

“Ja meneer,” antwoordde ik respectvol. We stapten in de auto, de officieren sloegen de deuren dicht en sloten ons op achter in het voertuig. Ze reden ons de korte afstand naar de rechtbank en parkeerden de auto voor de deur. De officieren openden de achterdeuren van de auto en sleepten ons de auto uit door de deur naar de rechtbank. De deur werd achter ons op slot gedaan en mijn hart zonk in mijn schoenen toen ik mij realiseerde dat we geen sleutel van het gebouw hadden. Hoe konden de stadsmensen binnen komen om dit geheime verhoor publiekelijk te maken?

We werden de rechtszaal in gebracht. De burgemeester wachtte aan de ene kant en wij werden naar de andere kant van de zaal geleid, tegenover de burgemeester. We waren nauwelijks gaan zitten toen ons opgedragen werd op te staan, terwijl de rechter de zaal binnen liep. Nadat de inleidende procedures afgerond waren, las de rechter de aanklacht tegen ons voor: opruiing en aantasting van openbaar eigendom.

We probeerden niet te lachen.

Terwijl de burgemeester opstond om getuigen tegen ons in te brengen, luidde de bel drie keer in de verte. We keken elkaar betekenisvol aan. Twee getuigen werden opgeroepen om te vertellen wat Jozef had gezegd over het vervangen van de gemeenteraad vanwege het zich toe-eigenen van macht. Dit was natuurlijk waar, hoewel de getuigen met grote verontwaardiging het verhaal deden overkomen als een revolutionaire daad van samenzweerders die probeerden de wettige regering van Newkirk ten val te brengen. 231

Wat betreft de aanklacht van het aantasten van openbaar eigendom, stonden getuigen uit Cosmos op om te verklaren dat we het natuurlijke water van de Fontein van Mara op het Maanplein hadden veranderd. Omdat het water zelf als openbaar bezit werd geclaimd en wij dit water zonder vergunning zoet hadden gemaakt, vertelden de getuigen op dramatische wijze het verhaal opnieuw, alsof we de hele toeristenindustrie van de stad schade hadden berokkend.

Het leek ons niet juist om in Newkirk beschuldigd te worden van het schenden van openbaar eigendom van Cosmos, maar de rechter haalde een aantal documenten voor de dag van de Gemeenteraad van Cosmos, welke hen het recht gaven om ons namens hen te berechten voor deze “misdaad”.

Toen de tijd voor ons aanbrak om voor onze eigen zaak te pleiten, stond Jozef op om als eerste te getuigen dat het geen opruiing was om aan de rechtmatige Eigenaar terug te geven wat de Gemeenteraad onrechtmatig tot hun eigendom had gemaakt. Als hoofdopzichter had hij volmacht van Stamhoofd Hiamovi zelf om de wettelijke rechten van de Schepper te herstellen. Het land en het water waren onrechtmatig toegeëigend door de Gemeenteraad, alsof er geen Schepper was of alsof de Schepper Zijn eigendommen lang geleden had verlaten.

Wat betreft de Fontein van Mara, deze had de Gemeenteraad van Cosmos zelf gebouwd, maar het had niet het water gemaakt wat er in omhoog vloeide vanuit de grond. Niets van de fontein zelf was veranderd of beschadigd. Alleen het water was genezen. “Deze aanklachten,” hield Jozef vol, “zijn gebaseerd op de veronderstelling dat de Gemeenteraad het water bezit, terwijl het dit in feite niet doet. De Schepper is de eigenaar van het water en de Gemeenteraad gebruikt het, niet als een recht, maar als een voorrecht alleen.”

Precies op dat moment opende de deur en een stroom van mensen vloeide de rechtszaal binnen, het proces onderbrekend. De burgemeester sprong op en schreeuwde, “Hoe zijn jullie binnen gekomen? Wie heeft jullie erin gelaten? Iedereen moet onmiddellijk de zaal verlaten! Jullie hebben geen reden om hier te komen! Dit is privé! Dit is een officiële vergadering!”

“Dit lijkt mij een verhoor,” zei één van hen. “U weet dat geheime verhoren verboden zijn. Het publiek heeft altijd een recht om aanwezig te zijn bij verhoren. Dit is ook een openbaar gebouw. Wij hebben het volste recht om hier te zijn.”

De rechter keek naar de burgemeester, maar de burgemeester keek nerveus. Hun plan was ontdekt en er was geen mogelijkheid om dit nog geheim te houden. Ik keek naar Jozef en glimlachte. Mijn blik gleed over de menigte en ik zag Paul en Sipporah achter in de ruimte, die zich in de menigte gedekt hoopten te houden. De kleine rechtszaal was van muur tot muur volgepakt met mensen. Het is onwaarschijnlijk dat de ruimte ooit eerder zo gevuld is geweest bij een verhoor.

De rechter en de burgemeester wisten dat ze gedwarsboomd waren en dus sloeg de rechter zijn hamer neer en zei luid, “Deze zaak is nu opgeschort en is uitgesteld naar een latere datum die nog vastgesteld zal worden!” Het proces kwam zo tot een abrupt einde.

Maar de mensen werden niet zo makkelijk aan de kant gezet. “Waarom waren jullie een illegaal geheim verhoor aan het houden?” Vroeg een man om verantwoording. De burgemeester gaf geen antwoord, om te proberen de vraag te ontwijken.

Toen stapte Paul naar de voorgrond en confronteerde de burgemeester door oog in oog met hem te gaan staan. De burgemeester werd lijkbleek toen Paul hem aansprak. “Als jullie een verhoor willen houden, arresteer mij dan maar voor de moord op Raadslid Morgan,” zei hij. “Ik beken schuld van dit misdrijf. Ik deed dit, omdat ik de bevelen opvolgde van de burgemeester van Cosmos, wie op zijn beurt bevelen opvolgde van u, de voorzitter van het Rhodomon Genootschap. Raadslid Morgan was van plan te ontmaskeren dat u en het Genootschap illegale heersers waren in Newkirk en Cosmos. Hij was een bevriend Genootschapslid, maar hij keerde zich van jullie af nadat hij ontdekte dat jullie een bordeel hiernaast hielden. Hij moest hiermee met zijn leven betalen.”

De burgemeester werd rood van woede. “Hoe durf je me hiervan te beschuldigen!” Schreeuwde hij. “Als jij schuldig bent, dan zul je gestraft worden, maar ik had hier niets mee te maken! Je hebt geen bewijzen tegen mij! En wat zeg je over een bordeel? Ik weet niets over een bordeel!”

“Ik denk het wel,” zei een vrouwenstem uit de menigte. Maggie stapte naar voren en verklaarde rustig, “Morgan was mijn vader en nadat hij vermoord werd, zijn mijn moeder en ik naar Newkirk gevlucht, voor ons leven vrezend.” Ze keek rond in de menigte. “We dachten dat wij hier veilig zouden zijn. Maar integendeel. We kwamen erachter dat we in het hart van het gevaar waren komen te wonen. Ik herinner me dat u naar de kleine hut kwam waar wij leefden en op dat moment dachten wij dat u ons kwam helpen te overleven. Maar u beveelde dat mijn moeder mij in uw bordeel te werk zette en toen ze met afschuw vervuld werd, dreigde u haar met hetzelfde lot als mijn vader ten deel viel.”

Ze pauzeerde voordat ze verder ging, “Ik werd gedwongen daar te werken tot maar een paar dagen geleden, toen ik woorden van liefde en troost hoorde tijdens de Gemeentevergadering. Ik ontving toen een zaadje van Elyon in mijn oor en mijn leven is voor altijd veranderd.”

De menigte stond als aan de grond genageld door haar kalme en zelfverzekerde getuigenis. Wat een moed heeft zij, dacht ik, om tegen de burgemeester op te staan en te getuigen over haar schaamtevolle leven. Alleen iemand die vergeving echt toegeëigend had zou deze dingen met zo’n onbeschaamd vertrouwen openlijk kunnen bekennen. Haar tijd van gevangenschap, extern zowel als intern, was geëindigd. Niet langer een Andromeda, maar nu een bevrijde en gekroonde vrouw, de Cassiopeia van de profetie.

De burgemeester was geschokt door haar kalmte en vertrouwen, maar hij herpakte zichzelf met een diepe ademteug. “Niets van dit kun je aan mij toeschrijven!” benadrukte de burgemeester. “Je hebt geen enkel bewijs.”

“Misschien niet,” klonk een stem van achteruit de zaal. Niemand had de vreemdeling binnen zien komen, met zijn gezicht verscholen onder een zwarte kap. Hij begaf zich nu echter naar de voorkant van de ruimte. “Maar ik heb bewijs van de moord. Of sterker nog, ik bén het bewijs.” Hij schoof zijn kap naar achteren zodat iedereen zijn gezicht kon zien.

“Vader!” huilde Maggie, terwijl ze de zaal doorkruiste. Ze sloeg haar armen om hem heen en haar stem beefde van emotie toen ze uitsnikte, “U bent in leven! U bent in leven! Hoe kan dit? Wat is er gebeurd?” Op dat moment brak alle emotie die door jaren van rouw opgekropt had gezeten plotseling naar de oppervlakte. De sluizen waren geopend door haar vreugde en verbazing.

Terwijl hij zijn geliefde dochter vast bleef houden, sloeg Morgan zijn ogen op naar de menigte en sprak hen toe. “Afgelopen nacht voelde ik een plotselinge uitbarsting van leven en energie en dit maakte mij wakker op de bodem van de rivier, waar ik in was gegooid. De gewichten vielen van mijn lichaam af, ik kwam bij de oppervlakte van het water en zwom naar de kust. Het levenswater heeft me teruggebracht om te getuigen tegen de heersers van deze generatie.”

Twee andere vreemdelingen stapten naar voren, een man en een vrouw. “Wij zullen ook onze getuigenis afleggen,” zei de vrouw. ‘Ooit reisde ik in mijn leven een grote afstand om de wijsheid van een rechtvaardige koning te kunnen horen. Maar voor u is de waarheid hier recht voor uw ogen en u heeft het verworpen. Ik getuig tegen u in naam van allen die nooit de mogelijkheid hadden om de waarheid te horen, zij die leefden en stierven in onwetendheid.” 232

“Ook ik zal getuigen tegen u,” zei de man die aan haar zijde stond. “Ik spreek namens mijn generatie in het verre verleden, die zich bekeerden toen een profeet het zaad van de waarheid naar mijn stad bracht, ook al was onze kennis maar zo klein. We waren allemaal erg religieus, maar we kenden het ware karakter van liefde en genade niet, wat zo onafscheidelijk verbonden is aan de aard van de Schepper. Toch hadden we oren om de waarheid te horen en onze stad werd gered. Ik verklaar aan jullie, dat als deze stad zich niet bekeerd, dat het hetzelfde lot zal ondergaan als de verdorven steden van vroegere generaties. En als de leiders niet bekeren, dan zullen ze veroordeeld worden.” 233

Ieder oog en ieder oor in de stampvolle zaal spande zich in om elk woord van de getuigenissen van deze drie opgestane zielen te horen. Iedereen was vol ontzag en verbazing over dit hoogst ongebruikelijke bezoek van zowel verre als nabije generaties. Iets heel bijzonders was hier gaande, iets waar velen naar verlangd hadden, slechts enkelen hadden verwacht, maar niemand tot nu toe had meegemaakt.

De burgemeester en de rechter konden hun nederlaag niet langer verdragen. Beiden renden naar het kamertje van de rechter en verlieten onmiddellijk het gebouw via een achterdeur. De menigte in de rechtszaal brak uit in gejuich en later begrepen we dat sommigen van hen het tweetal Newkirk op hoge snelheid per auto hadden zien verlaten.

Nu het verhoor voortijdig was onderbroken, was het proces ongeldig en werden de ogen van de mensen geopend. Niet alleen voor het sinistere karakter van hun leiders en het Rhodomon Genootschap, maar ook voor het woord van waarheid wat Jozef, Joshua en ik ontvangen hadden van de Berg.

Mijn ogen zochten in de menigte naar Sipporah en ik zag dat ze langzaam haar weg naar mij zocht, met de Jubilee staf in haar hand. Toen we herenigd waren, hielden we beiden een kant van de staf boven ons hoofd en riepen, “We verklaren een Jubeljaar over Newkirk! Laat alle mensen uit de stad vrijgezet worden door de waarheid!”

Een groot gejuich barste opnieuw los onder de menigte, zich verheugend over hun nieuw ontdekte vrijheid.

Toen wendde ik me naar Paul en vroeg: “Hoe zijn jullie het gebouw binnen gekomen? Ik zag hen de deur op slot doen toen ze ons hierheen sleepten.”

Paul glimlachte. “Ik heb een jonge nieuwe vriend gemaakt”, zei hij. Hij draaide zich om en wenkte zijn vriend om dichterbij te komen en we herkenden hem allemaal. “Juan!” Riep ik uit. Juan hield een sleutel omhoog zodat iedereen het kon zien.

“Ik heb een sleutel van het gebouw,” zei hij.

“Maar hoe ben je aan die sleutel gekomen?” vroeg ik met een verbaasde blik in mijn ogen. “Ik betwijfel het dat er erg veel mensen zijn die een sleutel van de rechtbank krijgen.”

“De burgemeester is mijn oom,” vertelde hij ons. “Hij is mijn moeders broer. Ik ben -of was- deel van zijn familie, dus ik had de mogelijkheid om de deur voor de mensen open te doen.” 234

“Zo zo,” zei Joshua, “jij hebt vandaag een belangrijke rol gespeeld in onze vrijlating. Je bent een echte held. Hierna zul jij bekend staan als de Geliefde Discipel, de Bewaarder van de Sleutel van de Schatkamer.”

Nogmaals brak gejuich uit onder de mensen.

De drie herborenen hadden met veel mensen uit de stad hadden staan praten in de rechtszaal en zeiden uiteindelijk vaarwel. Hun kleding veranderde op dat moment in een stralend wit en hun vormen smolten als dauw in de warme ochtendzon. Morgan zelf wendde zich naar zijn dochter, omhelsde haar stevig, kuste haar op het voorhoofd en legde haar uit dat hij nu een ander mens was van een hogere orde en dat hij niet lang kon blijven. “Ik heb nu een hogere roeping die veel meer mensen treft,” vertelde hij haar. “Ik kan niet blijven, maar ik zal je van tijd tot tijd bezoeken en op een dag zul je het beter begrijpen, nadat jij veranderd bent naar de gelijkenis van de Schepper.”

Met deze woorden liet hij Maggie los en verdween in een heldere lichtflits.


Voetnoten

  1. —  Lukas 12:11,12 (Luk 12:11-12).
  2. —  Johannes 8:32 (Joh 8:32).
  3. —  Jezus werd ’s nachts verhoord om dit in het geheim te kunnen doen. Ze brachten daar valse getuigen naar voren (Mattheüs 26:60-61).
  4. —   Mattheüs 12:42 (Mat 12:42).
  5. —  Mattheüs 12:41 (Mat 12:41).
  6. —  Johannes de Apostel (Juan in het Spaans) kwam uit de hogepriesters familie. Hij sprak tegen de deurwachter bij Jezus’ verhoor zodat Petrus naar binnen kon (Johannes 18:15-16 – Joh 18:15-16). Meer informatie hierover in het boek ‘Dr Luke, Healing the Breaches, Boek 8, “The Climax”, Hoofdstuk 9.