God's Kingdom Ministries
Serious Bible Study

GKM

Donate

Hoofdstuk 9: Het Gevolg van Adams Zonde voor de Mensheid

We komen nu aan bij een studie over de gevolgen van Adams zonde op de zielen van zijn nakomelingen. Als eerste moeten we de volgende vraag behandelen: Was het gevolg van de zonde van Adam dat wij zondige zielen kregen, of sterfelijke zielen? Deze vraag klinkt louter academisch, maar het heeft een enorme invloed op ons leven. Het is één van de belangrijkste vragen in de Bijbel. Om deze vraag te beantwoorden worden we genoodzaakt om onze uitleg enigszins technisch te verwoorden; maar ik raad u sterk aan om dit gedeelte te lezen totdat u het grondig begrijpt.

Het is voor ons uiterst belangrijk om aan te tonen dat niemand wordt geboren met een ‘zondige ziel’ of een ‘zondige natuur’. Paulus legt dit principe in Romeinen 5:12 heel duidelijk uit, en toch kijken veel theologen hier overheen:

12 Daarom, gelijk door één mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken (eph’ ho, ‘waarop’/‘waardoor’) allen gezondigd hebben.

Volgens de Statenvertaling zegt Paulus hier dat de zonde in de wereld is gekomen door Adams zonde. Maar wat hebben ‘alle mensen’ geërfd van Adam? Was dit de ZONDE van Adam? NEE. Het was de dood, de aansprakelijkheid voor Adams zonde.

Met andere woorden, de mens heeft geen zondige natuur geërfd van Adam. Hij heeft slechts de aansprakelijkheid voor Adams zonde geërfd. De reden dat we sterfelijk zijn is omdat we aansprakelijk zijn voor de zonde die Adam deed. Daarom sterven we, en niet door onze zonden, maar als gevolg van de eerste zonde van Adam. Zondige zielen worden niet doorgegeven van generatie op generatie door voortplanting. Het enige wat doorgeven wordt is STERFELIJKHEID, of de Dood.

We zijn niet sterfelijk omdat we zondigen. We zondigen omdat we sterfelijk zijn. Wat is de oorzaak en wat is het gevolg? Paulus zegt aan het einde van Romeinen 5:12 dat ‘de DOOD tot alle mensen doorgegaan is’, WAARDOOR wijzelf zondigen. Dood is de oorzaak; onze persoonlijke zonden doen we vanwege de dood in ons.

Daarom dat het volgende is gebeurt: (1) Adams eerste zonde gaf ons (2) de dood, en onze sterfelijkheid is onze zwakte en de oorzaak van (3) onze persoonlijke zonden.

De Statenvertaling van Romeinen 5:12 (zie hierboven) is erg nauwkeurig. Er staat dat de dood doorgegeven wordt aan alle mensen, in welken (waardoor) allen zondigen. De mens is dus al sterfelijk voordat hij zondigt! Miljoenen abortussen bewijzen dat baby’s al sterfelijk zijn VOORDAT ze zondigen.

Paulus behandeld twee verschillende soorten van dood, namelijk: (1) sterfelijkheid, dat de eerste dood is, en (2) de vuurpoel, dat de tweede dood is. Paulus spreekt hier over de EERSTE dood, de sterfelijkheid die we van Adam hebben geërfd.

DE TWEE SOORTEN VAN DOOD

Romeinen 5:12 zegt specifiek dat de zonde van Adam wordt toegerekend aan de hele mensheid, met als direct gevolg dat ‘de dood tot alle mensen doorgegaan is’. Paulus herhaalt dit concept in 1 Kor. 15:22, ‘zoals wij door Adam allen sterven’.

In hoofdstuk vijf zijn we tot in detail ingegaan op de manier hoe Adams zonde de hele mensheid toerekent, waardoor wij allen aansprakelijk zijn voor zijn zonde. Dit betekent niet dat we ook echt schuldig zijn aan zijn zonde. Wij konden hier niets aan doen omdat het totaal buiten onszelf is gebeurd. Maar door Gods soevereiniteit heeft Hij zijn zonde ons aangerekend, want God roept de dingen, die niet zijn, alsof zij waren (Rom. 4:17).

Dit zou een grove onrechtvaardigheid zijn, en in feite een zou het een valse beschuldiging zijn van de kant van God, met uitzondering van het feit dat Jezus kwam om Zijn rechtvaardigheid ook ons aan te rekenen. Hierdoor heeft Hij deze ‘tijdelijke onrechtvaardigheid’ (zoals ik het noem) totaal omgekeerd. En daarom is het zo belangrijk dat heel de mensheid, die gestorven is in Adam, zal worden gered in Christus. Dit is ook Paulus’ conclusie in Romeinen 5:18.

18 Kortom, zoals de overtreding van één enkel mens ertoe heeft geleid dat allen werden veroordeeld, zo zal de rechtvaardigheid van één enkel mens ertoe leiden dat allen worden vrijgesproken en daardoor zullen leven.

Onze aansprakelijkheid voor Adams zonde maakt ons simpelweg sterfelijk in dit tijdperk. En die sterfelijkheid, die dood die over ons heerst in ons lichaam en ziel, maakt ons moreel ziek en zwak waardoor wij onmogelijk morele volmaaktheid kunnen bereiken. Zolang we sterfelijk zijn zullen we vergankelijk zijn. Dit gaat samen (1 Kor. 15:53). Dus onze sterfelijkheid is de oorzaak van onze individuele zonden. God zal Zich bezighouden met deze zonden door middel van de tweede dood, de vuurpoel.

De tweede dood verschilt van de eerste dood op twee manieren: (1) het doel ervan is om mensen te oordelen naar hun eigen zonden om zodoende de wettelijke orde te herstellen; en (2) de tweede dood vangt aan in het volgende tijdperk na het Loofhuttentijdperk, waar de ongelovigen in de vuurpoel worden geworpen.

Er wordt in de Bijbel over twee soorten van zonden en twee soorten van dood gesproken. De straf op Adams zonde is de eerste dood; Gods oordeel, wettig herstel en discipline voor onze eigen zonden is de tweede dood. Niemand zal, als oordeel, in de vuurpoel worden geworpen vanwege Adams zonde. Adams eerste zonde wordt geoordeeld door middel van de eerste dood; vervolgens worden onze individuele zonden geoordeeld door de tweede dood.

Dit lijkt misschien vanzelfsprekend en duidelijk voor iedereen, maar helaas zijn sommige theologen en Bijbelvertalers vast gelopen op deze simpele waarheid. In feite wordt Romeinen 5:12 vaak verkeerd vertaald, zoals ook 1600 jaar geleden in Hiëronymus’ Latijnse Vulgaat. En deze fout is overgenomen door de Nieuwe Bijbelvertaling, de NBG-vertaling (1951), de Willibrordvertaling (1995), de Groot Nieuws Bijbel (1996), en veel meer Nederlandse vertalingen. Voor zover ik weet komt de Statenvertaling het dichtst bij de originele vertaling met ‘in welken’ (waardoor).

HIERONYMUS VERBETERT DE THEOLOGIE VAN PAULUS

Toen Hiëronymus in 400 n.Chr. de Latijnse Vulgaat vertaalde zette hij het laatste gedeelte van Rom. 5:12 om naar: “omdat allen gezondigd hebben.” Hij had naar de verzen uit Rom. 6:23 en 5:21 gekeken, waar staat dat de zonde de oorzaak van de dood is, en hij concludeerde hieruit dat Paulus een fout moest hebben gemaakt door te zeggen dat de dood de oorzaak van de zonde was. Hierdoor begreep hij niet dat Paulus het hier over de eerste dood heeft, namelijk sterfelijkheid, en vervolgens probeerde hij Paulus’ fout te corrigeren.

Zelf het Bijbelse Commentaar Op Hiëronymus, pagina 307, geeft toe dat deze vertaling een groot probleem creëert door Paulus zichzelf te laten tegenspreken in één en dezelfde zin:

“De moeilijkheid die vaak gevonden wordt hierbij is dat Paulus in 5:12c–d zichzelf tegenspreekt met wat hij zegt in 12a–b. In het begin van de zin worden de zonde en de dood aan Adam toegeschreven; en opeens lijkt de dood te wijten aan de daden van de mens.”

En zo regeerde de Latijnse Vulgaat voor 1200 jaar lang als de enige Bijbel in Europa. De waarheid lag verborgen ver weg in Constantinopel, in de Griekse manuscripten. Toen die stad in Turkse handen viel in het midden van de 15e eeuw vluchtte duizenden Griekse professoren en theologen naar het Westen, waarbij ze hun Griekse Bijbels meenamen. Al snel werd er een grote interesse in het Grieks geboren dat de Renaissance en de Protestantse Reformatie tot gevolg had in de 16e eeuw. Uiteindelijk werd hier de King James vertaling (Engels) op gemaakt. Deze was grotendeels gebaseerd op Griekse teksten.

Toen de King James vertalers bij Romeinen 5:12 aankwamen waren ze, jammer genoeg, net zo in de war als Hiëronymus was. Ze dachten dat de dood in dit vers een ‘geestelijke dood’ voorstelde in plaats van een ‘fysieke dood’. (Dit zijn onjuiste termen; de Bijbel noemt hen ‘de tweede dood’ en ‘sterfelijkheid’)

In ieder geval werd zodoende het hardnekkige misverstand van Hiëronymus gewoon overgenomen en werden de oorzaak en gevolg in dit vers omgedraaid. De Griekse uitdrukking die gebruikt wordt is eph’ ho. ‘Eph’, of epi betekent ‘boven, op, of over’. Zelfs de Nederlandse woordenboeken geven dit aan, want veel van onze woorden die met ‘epi’ beginnen zijn van Griekse oorsprong. Het Griekse woord ‘Ho’ betekent ‘welke’. De uitdrukking ‘op welke’ of ‘in welke’ beschrijft een oorzaak dat ergens op volgt. Daarom kan het ook vertaald worden met ‘waarop’ of ‘waardoor’.

Om dit te illustreren geven we de zin: “Ik liep tegen een struikelblok, WAARDOOR ik viel.” Zorgde mijn val ervoor dat het struikelblok ontstond? Natuurlijk niet. Toch zouden veel Nederlandse Bijbelvertalingen ervoor kiezen om de volgende zin te plaatsen: “Ik liep tegen een struikelblok aan, OMDAT ik viel.” (NBG ‘51 en GNB) Dit is complete onzin. Geen enkele vertaler zou de verantwoording moeten nemen om zinnen te verdraaien zodat hij ze kan begrijpen.

We kunnen dus rustig zeggen dat de eerste dood de oorzaak is, en onze zonden het gevolg. We zijn sterfelijk; daarom zondigen wij. En omdat we zondigen als individuen bestaat er een vuurpoel, dat de tweede dood is. Deze is gemaakt om ons wettig te herstellen in Gods universum. Het is een plaats waar de mens zijn laatste schulden moet afbetalen aan de zonde totdat het laatste Jubeljaar de schepping vrij maakt. Alleen degenen die Jezus’ betaling voor de zonde aannemen zullen de tweede dood geheel ontlopen.

HET VOORBEELD VAN PAULUS LAAT ZIEN WAAR HET OM GAAT

Paulus geeft zijn eigen illustratie om aan te tonen wat hij bedoeld in Rom. 5:12. Dit zou alle verwarring moeten ophelderen, want we lezen in de verzen 13 en 14,

12… en zo is de dood voor ieder mens gekomen, WAARDOOR ieder mens heeft gezondigd. 13 Er was al zonde in de wereld voordat de wet er was; alleen, zonder wet wordt er van de zonde geen rekening bijgehouden. 14 Toch heerste de dood in de tijd van Adam tot Mozes over alle mensen, ook al begingen ze met hun zonden niet dezelfde overtreding als Adam. Nu is Adam de voorafbeelding van hem (Jezus) die komen zou.

Veel mensen hebben (individueel) gezondigd tussen de tijd van Adam en Mozes. Maar omdat de Wet nog niet gegeven was en pas werd ingesteld onder Mozes, werden hun persoonlijke zonden hen niet toegerekend. Toch stierven de mensen in die tijd, met als bewijs dat ze niet stierven vanwege hun eigen zonden, maar vanwege de zonde van Adam. Dit lijkt een vreemde manier van Paulus om zijn punt te maken, maar het laat ons duidelijk zien waar Paulus op doelt. Het is de zonde van Adam die de dood brengt aan de gehele mensheid – en het zijn dus niet onze eigen persoonlijke zonden. Vanaf de dag dat Adam zonden deed, stierf hij (werd hij sterfelijk), en zodoende erven wij zijn sterfelijkheid.

Met deze dood wordt duidelijk de eerste dood bedoeld, en niet de tweede dood. De theologen en vertalers die Paulus’ theologie probeerden te corrigeren waren simpelweg erg zelfingenomen. Hun gebrek aan inzicht was de reden dat ze concludeerden dat de mens een zondige ziel heeft, in plaats van een sterfelijke ziel die zondigt. Dit heeft onder christenen een onevenredig groot schuldgevoel gebracht, dat vaak gepaard ging met een gevoel van hopeloosheid.

DE GEVOLGEN VAN DE VERSCHILLENDE OPVATTINGEN

Als we naar het grotere geheel kijken; als we zien dat deze kleine misvatting van de leer van toerekening voor een negatief effect heeft gezorgd met betrekking tot het zicht op het grote geheel van Gods plan om de mensheid te redden, kan het ons behoorlijk shockeren. De Kerkleiders, zoals Augustinus en Hiëronymus die Paulus’ statement in Rom. 5:12 niet begrepen hebben geconcludeerd dat de mens een zondige ziel van Adam heeft geërfd, in plaats van sterfelijkheid. De theologische uitdrukking die de Roomse Kerk gebruikt voor Adams zonde is dat zijn zonde de mensheid begiftigd, waardoor wij een zondige ziel hebben. In het reddingsproces begiftigt Jezus ons met Zijn rechtvaardigheid, waardoor wij rechtvaardige zielen krijgen.

Een logische conclusie hieruit is dat alleen degene met een volmaakte natuur (zoals Christus) gered zijn. De gemiddelde christen die nog zondigde was nog niet gered. In feite is het nog steeds zo dat in de Roomse Kerk en zelf in sommige Protestantse Kerken nog steeds de gedachte heerst dat iemand volmaakt moet zijn om gered te worden. Zij zeggen dat ware christenen volmaakt zijn, omdat zij met de rechtvaardigheid van Christus begiftigd zijn, net zoals Adams zonde ons begiftigt voor onze bekering tot Christus.

En daarom nemen de eerlijke christenen, die weten dat ze nog steeds onvolmaakt zijn, logischerwijs aan dat zij nog niet begiftigd zijn met de rechtvaardigheid van Christus. Daarom zijn ze vast nog niet echt ‘gered’ of ‘verlost’. Met als gevolg dat zij een onthoudingsleer volgen en zichzelf veroordelen tot schuld, zonder echt te weten dat ze al wel rechtvaardig zijn in Gods ogen. Waardoor ze continu goed genoeg proberen te zijn in de hoop God ze begiftigt met Zijn rechtvaardigheid.

Uiteindelijk komt het er op neer dat ze in theorie geloven dat redding geschied door geloof, maar in de praktijk baseren zij hun redding op werken, omdat hun schuld hen drijft om maar genoeg goede werken te doen zodat zij weten dat zij volkomen volmaakt zijn. De meeste van hen geven het na een tijdje simpelweg op, omdat ze niet geloven dat zij gered kunnen worden in dit leven. De Roomse Kerk geeft hen een tweede hoop op zuivering door het vagevuur, waar de gemiddelde christen volmaakt kan worden in het hiernamaals, voorafgaand aan de gang naar de hemel.

Na gesprekken met veel rooms-katholieken over deze kwestie zie ik hoeveel van hen gebukt gaan onder schuldgevoel en worden gekweld door veroordeling en gevoelens van geestelijke minderwaardigheid. Mijn hart gaat uit naar hen, want de meesten van hen verlangen naar de rechtvaardigheid van God. Maar de theologie van de Kerk heeft voor hen een klimaat van schuld, verslagenheid en ontmoediging gecreëerd. Veel van hen geven het op en besluiten om van het leven te gaan genieten zolang ze dit nog kunnen. Er wordt hen verteld dat ze, als ze maar Kerklid zijn, uiteindelijk toch gered zullen worden, ook al zorgen hun huidige zonden ervoor dat ze hierdoor langer in het vagevuur zullen verblijven.

Dit is de waarheid: Toen Adam viel werd zijn zonde ons toegerekend en werden we er NIET mee begiftigd. Toerekenen betekent, volgens Romeinen 4:17, het roepen van dingen die NIET zijn, alsof zij waren. Toen Adams zonde ons werd toegerekend noemde God ons ALLEMAAL zondaren, alsof wij allen hadden gezondigd. De consequentie was dat we allemaal aansprakelijk waren voor Adams zonde. De straf was de dood, of sterfelijkheid. Vandaar dat wij allemaal sterfelijk worden geboren, dit is vanwege Adams zonde, wat Paulus ons probeert duidelijk te maken in Romeinen 5:12.

En zodoende, in verband met onze redding, wordt Christus’ rechtvaardigheid ons ook toegerekend, wat Paulus ook zegt in Romeinen 4:22–24,

22 en dat (d.w.z. zijn geloof) werd hem (Abraham) als een daad van gerechtigheid toegerekend. 23 En dit is niet alleen voor hem geschreven (toegerekend), 24 maar ook voor ons, want ook wij zullen als rechtvaardigen worden aangenomen (toegerekend) omdat we geloven in hem die Jezus, onze Heer, uit de dood heeft opgewekt:

Met andere woorden wordt, door geloof, de rechtvaardigheid van Christus ons toegerekend. God roept de dingen die NIET zijn, alsof zij waren. We zijn niet echt rechtvaardig op dit moment, want we zijn nog steeds zwak, vanwege onze sterfelijkheid. Toch zijn we legaal volmaakt in de ogen van God. Onze zonden zijn ons vergeven, omdat we gewassen zijn door het bloed van het Lam van God. Als we nu zondigen instrueert Johannes ons om onze zonden te erkennen en te belijden (1 Johannes 1: 7–10). Hij zegt namelijk,

8 Als we zeggen dat we de zonde niet kennen, misleiden we onszelf en is de waarheid niet in ons. 9 Belijden we onze zonden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad. 10 Als we zeggen dat we nooit gezondigd hebben, maken we hem tot een leugenaar en is zijn woord niet in ons.

Ons begrip van de gevolgen van de zonde van Adam op onze eigen natuur heeft een enorme impact op ons leven. Zij zal bepalen of wij de gemoedsrust hebben om onszelf kinderen van God te noemen, of dat wij elke dag leven met last van schuldgevoel op onze schouders.