God's Kingdom Ministries
Serious Bible Study

GKM

Donate

Hoofdstuk 1: Een zoon worden

De apostel Paulus zegt in Romeinen 8:19,

19 Met reikhalzend verlangen immers verwacht de schepping het openbaar worden van de kinderen [“zonen”] van God.

Hoe wordt iemand een zoon van God? Het eerste voorbeeld in het Oude Testament wordt opgemerkt in Hosea 11:1,

1 Toen Israël een kind was, had Ik hem lief, en uit Egypte heb Ik Mijn zoon geroepen.

Het grote voorbeeld in het Nieuwe Testament kan gevonden worden in Jezus Christus, die ter bescherming voor koning Herodus naar Egypte genomen werd. De profetische reden voor dit voorval wordt gegeven in Mat. 2:14 en 15,

14 Hij stond dan op, nam het Kind en Zijn moeder in de nacht met zich mee en vertrok naar Egypte. 15 En hij bleef daar tot de dood van Herodes, opdat vervuld werd wat door de Heere gesproken is door de profeet: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen.

Toen Jezus door Johannes werd gedoopt verscheen er een duif boven Zijn hoofd en sprak een stem uit de hemel: “Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!”

Ook moeten wij Lukas 3:38 aanhalen, waar ons de genealogie van Jezus terug tot Adam gegeven wordt, waar staat: “de zoon van Enos, de zoon van Seth, de zoon van Adam, de zoon van God.”

Wat bedoelt de Bijbel als het spreekt over “de zoon van God” en “de zonen van God”? Is Jezus de enige Zoon van God? Johannes 3:16 spreekt van Jezus als zijnde “de eniggeboren Zoon van God”. Hoe kan de apostel Paulus ons dan in Rom. 8:14 zeggen: “Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen [zonen] van God”? Hoe kan de apostel Johannes ons in Johannes 1:12 het volgende zeggen,

12 Maar allen die Hem [Jezus] aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven?

Het simpele antwoord op deze schijnbare tegenspraak is dat toen deze woorden opgeschreven werden – en tot op de dag van vandaag – Jezus de eniggeboren Zoon van God is. Wij die in Hem geloven zijn in training om zonen van God te worden.

Nu zou iemand 1 Johannes 3:2 kunnen citeren, waar staat: “Geliefden, NU zijn wij kinderen van God…” Maar wat is het nu? Zijn wij NU of LATER kinderen van God? Dit lijkt allemaal erg verwarrend, totdat we de rest van het vers gaan lezen:

2 ...en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. 3 En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is.

Met andere woorden, Johannes zegt wel dat wij NU de kinderen van God zijn, hoewel er toch nog een “hoop” is op iets dat wij in de toekomst “ZULLEN WORDEN”. Met andere woorden, hoewel wij vandaag de dag al kinderen of zonen van God zijn betekent dit niet wij alles al hebben verkregen. Wij zijn “erfgenamen” en geen volwassen zonen die alreeds hun erfenis hebben verkregen. Dit stemt geheel met Paulus overeen in Rom. 8:16 en 17,

16 De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn. 17 En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.

Wij zijn, net zoals het volk Israël, uit het Slavenhuis gekomen en zijn nu op weg naar het Beloofde Land. God heeft Zijn zonen uit Egypte geroepen en brengt hen nu tot hun erfenis. Het doel van de tweede komst van Christus is ons in het Beloofde Land te brengen. Dit is betekent niet dat wij naar de hemel gaan, in de zin dat onze erfenis de hemel is. Het draait om de hemelse tabernakel die naar de aarde komt en ons bekleed met Zijn heerlijkheid – het verheerlijkte lichaam. Dit is het verheerlijkte lichaam dat Adam in het begin verloor toen hij zondigde. Het is de verloren erfenis die herstelt zal worden.

Hoe kan iemand een zoon van God worden? Het voornaamste voorbeeld dat ons gegeven is, is de manier waarop Jezus geboren is. Mattheüs 1:18-21 zegt,

18 De geboorte van Jezus Christus was nu als volgt. Terwijl Maria, Zijn moeder, met Jozef in ondertrouw was, bleek zij, nog voordat zij samengekomen waren, zwanger te zijn uit de Heilige Geest. 19 Jozef, haar man, wilde haar onopgemerkt verlaten, omdat hij rechtvaardig was en haar niet in het openbaar te schande wilde maken. 20 Terwijl hij deze dingen overwoog, zie, een engel van de Heere verscheen hem in een droom en zei: Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, bij u te nemen, want wat in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest; 21 en zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus [Yashua, “redding”] geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

Jezus had een hemelse Vader en een aardse moeder. Dit is eveneens het goddelijke patroon voor al de zonen van God. In ons vlees hebben we twee ouders die beide aards zijn, hetgeen ons kinderen maakt van aardse ouders. Maar om een zoon van God te worden moet iemand een hemelse Vader hebben.

Hoe dit kan? Nicodemus kwam tot Jezus en vroeg hier ook naar. Johannes 3:3-6 zegt,

3 Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien. 4 Nicodemus zei tegen Hem: Hoe kan een mens geboren worden als hij oud is? Hij kan toch niet voor de tweede keer in de schoot van zijn moeder ingaan en geboren worden? 5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren [of verwekt] wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. 6 Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest.

Iemand moet door de Heilige Geest verwekt worden om een zoon van God te worden. De Heilige Geest is het zaad van de Vader. Ons aardse lichaam is de moeder en de ziel is de moederschoot die het zaad van de Heilige Geest ontvangt. Met andere woorden, iemand moet eerst van boven verwekt worden om een zoon van God te worden. De ziel moet de Heilige Geest ontvangen.

Wanneer zich dit voordoet (door geloof) zal iemand – of dit nu een man of vrouw in het vlees is – zwanger worden van Christus. Deze embryo zal gaan groeien totdat de tijd aanbreekt om geboren te worden. Paulus spreekt over deze zwangerschap in Kol. 1:27: “dit geheimenis onder de heidenen: Christus in u, de hoop op de heerlijkheid.” [NB. De HSV vertaald het met “Christus onder u”, maar dit is niet correct. De King James Version, maar ook andere Nederlandse vertalingen, zoals de NBV vermelden “Christus in u”.] De “hoop” van elke embryo is om geboren te worden.

Gelijktijdig met de tweede komst van Christus is de geboorte van “Christus in u, de hoop op de heerlijkheid.” Dit is de zoon van God. Dit is uw ware ik. In zekere zin is dit een soort nieuwe generatie. Het is wie u zal worden. U bent zijn aardse moeder, een soort “maagd Maria”. Christus in u is zowel hemels als aards, omdat deze “zoon” twee ouders heeft. En net zoals Jezus Zelf zal deze “zoon” zowel in de hemel als op aarde autoriteit hebben (Mat. 28:18).