God's Kingdom Ministries
Serious Bible Study

GKM

Donate

Hoofdstuk 1: Introductie

Voordat David als koning kon regeren trainde God hem vele jaren in de woestijn. Koning Saul, degene zonder wie David nooit een overwinnaar had kunnen worden, was al tien jaar lang koning van Israël toen David geboren werd. Saul was op de dag van de tarweoogst gekroond (1 Sam. 12:17), de dag die later bekend zou staan als “Pinksteren”. Het was de dag waarop de priester aan God de nieuwe opbrengst van de tarwe offerde, waarmee hij het begin van de tarweoogst inluidde (Lev. 23:15-17).

In ons boek “Het Jubeljaar van de schepping” hebben we in hoofdstuk 6 aangetoond dat koning Saul een beeld van de kerk onder Pinksteren was, terwijl David een beeld van de kerk onder de zalving van Loofhutten was. Het tijdperk van Pinksteren is nu aan haar einde gekomen, daar waar het begon in Handelingen 2. Koning Saul regeerde 40 jaar. Het duurde 40 jaar vanaf Jezus’ dienstwerk (30-33 n.Chr.) tot de Romeinse oorlog dat in 70 n.Chr. Jeruzalem verwoeste en haar overwinning verkreeg bij de inname van Massada in 73 n.Chr.

Op een grotere schaal was het 40 weekjaren (sabatten) of 40 x 7 jaar vanaf Jezus’ dienstwerk tot de val van het heidense Romeinse Rijk in 310 n.Chr. Veertig jaarweken is 280 jaar. Jezus begon in 30 n.Chr. Zijn dienstwerk nadat Johannes in de gevangenis was gegooid. Veertig “weken” later was het 310 n.Chr., toen Constantijn het Romeinse Rijk veroverde. Jezus werd in 33 n.Chr. gekruisigd en de Pinksterdag ving ca. zeven weken later aan. Veertig “weken” (280 jaar) later brengt ons naar Constantijns Edict van Milaan, waarmee formeel de vervolging van christenen werd beëindigd.

Op grotere schaal was het 40 Jubeljaren vanaf de gebeurtenissen in Handelingen 2 tot het jaar 1993 n.Chr. Dit zijn 40 cycli van 49 jaar waarin het tijdperk van Pinksteren tot een einde kwam. Het was het tijdperk waarin de kerk als koning Saul onder een Pinksterzalving heeft geregeerd.

Nu is de tijd aangebroken voor een nieuwe beweging van de Geest, een volle zalving, een meerdere zalving van het Loofhuttenfeest. Zij die in het toekomende tijdperk zullen regeren, zullen zich eerder met koning David identificeren dan met koning Saul. Dit zijn niet slechts christenen; zij zijn de overwinnaars. Er zijn velen zoals Saul die de overwinnaars vrezen en hen dwingen om voor hun levens de woestijn in te rennen buiten het systeem van denominaties. Dergelijke mensen en denominaties zijn geroepen om de overwinnaars te helpen om totale afhankelijkheid van God te leren en om ze te leren om Zijn stem te horen. Degenen die binnen de kerk Sauls rol vervullen bezitten een heilige roeping en degenen die de rol van David vervullen, met de daarbij horende woestijntraining, zijn hen veel eer verschuldigd.

Saul was geroepen om al na slechts een week van kennisgeving koning te worden (1 Sam. 10:8). God nam niet de tijd om Saul te trainen, want hij kwam slechts uit de stam van Benjamin en niet uit de stam van Juda. De scepter zou aan Juda gegeven worden en niet aan Benjamin (Gen. 49:10; 1 Kron. 5:2). Het was Gods wil dat Saul koning zou worden – en zelfs dat hij een eeuwige dynastie zou hebben (1 Sam. 13:13). Maar het was Gods ultieme doel dat Saul zou falen, want het stond al vast dat de ware Koning uit Juda zou voortkomen.

Zo ook begon de kerk onder Pinksteren in de afgelopen 2000 jaar door de discipelen van Jezus die uit Galilea kwamen. Vijfhonderd jaar eerder had de stam van Benjamin zich in de noordelijke dorpen van Jeruzalem gevestigd (Neh. 11:31-36), terwijl de stam van Juda zich in de zuidelijke dorpen van Jeruzalem vestigde (Neh. 11:25-30). Rond de tijd dat Jezus werd geboren huisde Galilea grotendeels Benjaminnieten, terwijl Judea de woonplaats van Juda was. Toen Jezus Zijn discipelen uit Galilea koos, koos hij mannen uit Benjamin, dit omdat het Pinkstertijdperk naderde. Zelfs Paulus (Saulus) was een Benjaminniet (Fil. 3:5). Pinksteren was de dag dat de nieuwe Saulgemeenschap als koning gekroond werd.

Net zoals Saul een goede koning tijdens zijn eerste regeringsjaar tot zijn tweede was, zo “regeerde” ook de eerste kerk in de eerste eeuw behoorlijk goed – ofwel, binnen de eerste Jubeljaarcyclus tot de tweede. Zij veroverde mensen door liefde en de kracht van de Geest. Sterke tegenstanders werden door hun tong geveld, dat als scherp zwaard diende dat de ziel en geest kon scheiden. Het onderscheidde de overleggingen en gedachten van het hart (Heb. 4:12). Zij behoefden geen geweld of fysieke kracht, want zij bezaten een beter en meer krachtig veroverend zwaard. Geen enkele vorm van vervolging kon de kerk veroveren, hoewel velen gemarteld werden. Eerst door de Joden en later door de Grieken en Romeinen.

Maar naarmate de tijd vorderde werd de Saulkerk ongehoorzaam aan God en weigerde zij zich te bekeren, net zoals Saul dit ook weigerde te doen in zijn tweede jaar (1 Sam. 13:1). Uiteindelijk verliet God Saul en droeg Hij Samuël op om een nieuwe koning – David -  te zalven. Zo verliet ook God de kerk toen zij een religie werd en haar eerste liefde verloor en riep Hij het volgende lichaam van gelovigen om de toekomstige koningen van de aarde te worden. Dit was de Davidgemeenschap van overwinnaars.

Gedurende de daaropvolgende eeuwen trainde God dit lichaam van mensen door vervolging door de handen van de Saulkerk. Hoewel velen vanwege van hun geloof werden gemarteld, zullen zij bij de eerste opstanding weer tot leven gewekt worden, want zij zullen op de aarde leven om de vervulling van Loofhutten te aanschouwen en te ervaren. Zij zullen in het toekomende tijdperk regeren – het tijdperk van Loofhutten.

Sommigen noemen dit het duizendjarig rijk of de toekomende eeuw; anderen noemen het het Messiaanse tijdperk of het Koninkrijkstijdperk. Wat de terminologie ook is, het zal het tijdperk zijn waarin de Davidgemeenschap, de overwinnaars, door de zalving van Loofhutten gerechtigheid op aarde zullen brengen. Het is hun roeping om Christus aan de rest van de mensheid op aarde te openbaren, opdat de aarde vol wordt van de kennis van de heerlijkheid van de HEERE zoals het water de bodem van de zee bedekt (Hab. 2:14). Wat Pinksteren NIET kon volbrengen – want vanwege het zuurdesem was het zwak (Lev. 23:17) – zal het Loofhuttenfeest deze taak van het vervullen van de aarde met Zijn heerlijkheid volbrengen. De profeten zeggen ons dat het Koninkrijk van God uitbundig zal groeien tot het de hele aarde zal vullen (Dan. 2:35). Dan zal het einde komen en zal God de doden, groot en klein, voor de grote witte troon opwekken (Op. 20:11-15).